Na een bezoekje aan Barcelona, mogen we de andere en meer lokale varianten van het Spaanse modernisme niet vergeten. In Duitsland spreekt men over Jugendstil. Deze naam komt van het weekblad ‘Die Jugend’ dat sinds 1896 verscheen. De stroming ging als een wind door Europa tussen 1880 en 1910.
In België en Frankrijk spreekt men van Art Nouveau. Deze naam komt dan weer voort uit een Parijse kunstwinkel "La Maison de l'Art nouveau" van Sigfried Bing. Hij verkocht er Japanse kunst en later ook avant-garde-spullen van onder andere Edvard Munch, Auguste Rodin, Louis Comfort Tiffany, Henri de Toulouse-Lautrec en Henri van de Velde.
Nog andere lokale varianten zijn de Oostenrijkse ‘Secession’ of de Engelse ‘modern style’ en in Spanje en Barcelona dus het "modernisme". In Rusland heeft de stijl de naam ‘stil modern’ gekregen.
De motieven zijn vaak langstijlige, gracieus gestileerde planten en bloemen (lelies, kelken, irissen, papavers, rozenknop), vogels (zwanen, pauwen), libellen, de eivorm, wolken- water- en rotspartijen, vaak gecombineerd met slanke vrouwengestalten. Kijk bijvoorbeeld de typische tekeningen van Alfons Mucha. De composities hebben meestal een tweedimensionaal karakter. De krullende lijnen, halve cirkels en parabolen komen steeds terug in boeken, tekeningen, affiches, meubels, trapleuningen, stoffen, balkons en gevels. Meer en meer werd in de architectuur en meubels ijzer gebruikt omdat het met dit materiaal mogelijk was om deze sierlijke gebogen vormen te verwezenlijken. Net zoals Gaudí, is de natuur bij de meeste ontwerpers, tekenaars en architecten de belangrijkste inspiratiebron van deze kunststroming.
Brussel geldt als één van mooiste Art nouveau-steden ter wereld. Het was in die periode een smeltkroes van deze artistieke beweging. Victor Horta is de Belgische Architect bij uitstek die de Art nouveaustijl helemaal onder de knie had. Hij was echter niet alleen, ook Paul Cauchie, Paul Hankar en Paul Saintenoy bouwden destijds in de typische golvende stijl met veel smeedwerk.
Art nouveau kende een korte maar hevige bloeitijd, die zich voornamelijk uitbreidde tijdens de Belle époque. In West-Europa was de stijl ruim voor 1910 al verleden tijd, in het oosten kon ze wat langer overleven.
Art nouveau vs. Art déco
Zowel Art nouveau als Art déco zijn stromingen die ontstaan als reactie op grote wereldse veranderingen. Namelijk de Industriële Revolutie en de Eerste Wereldoorlog. Hoewel beide modernistische elementen bevatten, zijn ze gemakkelijk te onderscheiden als je weet naar wat je moet kijken.
Art Déco is een stijlbeweging die pas na de Eerste Wereldoorlog ontstond (van 1920 tot 1939) en dus een hele tijd na de Art nouveau. Door de oorlog gaf men minder om de extra luxe en extravagantie, wat zich dus uitdrukt in meer strakke vormen en lijnen. De stijl kreeg zijn naam door de in 1925 gehouden wereldtentoonstelling in Frankrijk ‘Exposition Internationales des Arts Décoratifs et Industriels Modernes’.
In tegenstelling van Jugendstil / Art nouveau die vooral smeedwerk uit staal & glas gebruiken, gebruikt men bij Art déco meer moderne materialen zoals chroom, roestvrij staal. De motieven bij Art déco zijn ook veel strakker zoals bijvoorbeeld zebrahuid of varens. maar ook zonnestralen en zigzag of bredere bochten. De Chrysler Building in Manhattan, Hotel Le Berger & de Villa Empain in Brussel zijn het perfecte voorbeelden van de strakkere stijl. Naast architectuur is de stijl ook in meubilair en verlichting aanwezig. Hiervan is het bekendste voorbeeld de chaise longue van Le Corbusier. die bestaat uit zwart leder en chroom.